Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [53]Juda en het land Israels waren uw kooplieden; met tarwe van [54]Minnit en [55]Pannag, en honig, en olie, en [56]balsem, dreven zij onderlingen handel met u. 53. Vergelijk 1 Kon.5:9; Hand.12:20. 54. Zie Richt.11:33. 55. Dat sommigen houden voor balsem, anderen voor Fenicie. 56. Zie Gen.37:25; Jer.8:22.